Quintra (35): "Volgens anderen moest ik gewoon een knop omzetten."


Ik ben Quintra Rijnders, 35 jaar en van beroep forensisch accountant. Ik ben getrouwd en mama van twee kinderen. Mijn zwangerschappen zijn beiden heel goed verlopen. Ik vond het geweldig om zwanger te zijn en had het gevoed continue ‘high’ te zijn. Ik had alleen wat lichte fysieke klachten, maar zou zo nog wel tien keer zwanger willen zijn.


Voor mijn zwangerschappen had ik nooit psychische klachten gehad, maar daarna des te meer. De eerste keer licht en de tweede keer heftig, ongeveer anderhalf jaar. Na mijn eerste bevalling in 2011 raakte ik in een ‘postnatale dip’. Het begon twee weken na de geboorte van mijn dochter en het ging pas over toen ik ongeveer een maand aan het werk was. In overleg met de verloskundige en de huisarts ben ik zo snel mogelijk weer gaan werken, al toen mijn dochter zes weken oud was. Mijn huisarts had mijn verhaal aangehoord en legde mij uit dat mijn gevoelens van leegheid en gebrek aan plezier in alles waarschijnlijk een hormonale oorzaak had. Ik had namelijk verder nooit in mijn leven depressieve klachten gehad.


Na de geboorte van mijn zoon twee jaar later voelde ik weer beginnende klachten van een dip opkomen en probeerde daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Op de derde dag dat ik daar last van had, werd mijn zoon met hoge koorts in het ziekenhuis opgenomen. Toen had ik al een nacht lang met hem door de stad gezeuld. Ik was uitgeput, mijn zoon was kantje boord en werd opgenomen in een isolatiekamer in een ziekenhuis, met enorm veel stress als gevolg. Toen het herstel in het ziekenhuis langer duurde dan gedacht, stortte ik ineen.


Achteraf gezien was dat niet meer dan logisch, maar toch heb ik dit laten gebeuren. Ik was zo gedreven om het allerbeste te willen voor mijn kinderen, namelijk mijn dochter een goede tijd bezorgen en zo goed mogelijk voor een zieke zoon zorgen, dat ik mezelf vergat. Met mijn gevoeligheid voor een dip belandde ik in een diepe depressie. Ik was dag en nacht gespannen en kon niet meer helder denken. Slapen lukte niet meer, ik was overdag uitgeput en zag nergens meer de zin van in. Van het leven al helemaal niet. Regelmatig had ik gedachten aan zelfmoord en was ik bang dat ik mijn kinderen iets zou aandoen.


Omdat ik er vreselijk angstig, lusteloos en depressief uitzag – foto's van die tijd zijn stille getuigen – kreeg ik al vrij snel slaapmedicatie voor de spanning en later antidepressiva voorgeschreven. Ik had hiervoor contact met de huisarts en kreeg een second opinion via de tweedelijnszorg.


Mijn omgeving vond aanvankelijk dat ik 'de knop gewoon even moest omzetten', en 'moest wennen aan het mama zijn van twee kinderen'. Na een aantal weken beseften ze dat er meer aan de hand was en dat ik wel wilde, maar simpelweg niet kon. Omdat ik mezelf langzaam aan het kwijtraken was, waren de gevoelens naar mijn baby erg wisselend. Op zich vond ik hem wel lief, maar kon hem er gewoon niet bij hebben. Regelmatig dacht ik: "Waarom hebben we nou toch in hemelsnaam een tweede kind gewild? Het was toch prima met zijn drietjes?" Naar mijn dochter toe voelde ik me vooral enorm schuldig omdat zij haar mama totaal niet herkende en ik bang was dat zij zou denken dat ze iets verkeerd had gedaan.


Ik heb drie maanden aangemodderd met medicatie, rust, reinheid en regelmaat. Dat ging soms best aardig, maar ik bleef terugvallen houden. Ik zakte steeds verder weg in mijn depressie. Na drie maanden besloot ik dat het roer om moest. Ik had meer nodig. De reguliere gezondheidszorg bood verder geen alternatieven. Medicatie had ik al en cognitieve gedragstherapie was het enige andere dat ze mij konden bieden. Omdat de hoofdoorzaak van mijn depressie hormonaal was, zag ik die therapie niet zitten als oplossing voor mijn situatie. Ik erkende wel dat de ziekenhuisopname van mijn zoon mij psychologisch een duw had gegeven, maar of cognitieve gedragstherapie dit ging oplossen, daar was ik niet van overtuigd. Op basis van een beschrijving gaat het bij deze therapie vooral om destructieve gedragspatronen. Ik voelde me in de war en begreep niets meer van mezelf, dus ik zag geen aanknopingspunten met deze vorm van therapie. Ik ging daarom hard op zoek.


Mijn zoektocht had gelukkig resultaat. Via vrienden en familie vond ik informatie en zocht ik specifiek naar mogelijkheden waar ik me goed bij voelde. Zo ontdekte ik auratherapie. Deze therapie heeft mij het meest geholpen. Vraag me niet waarom, want ik ben doorgaans behoorlijk rationeel, maar ik voelde me gewoon zoveel beter na een sessie. En omdat deze therapeut ook hele concrete suggesties bood voor acties die ik tussen de sessies door kon ondernemen, had ik echt het gevoel dat ik vooruitgang boekte.


Daarnaast deed ik vaak meditaties en volgde ik online podcasts. Deze podcasts gingen over het doorbreken van gedachtenpatronen bij angstaanvallen. De meditatiesessies en de podcasts waren voor mij heel nuttig, met name om aan de slag te gaan met de symptomen. Beide herstelmogelijkheden hielpen mij om te ontspannen en om een angstaanval te doorbreken. Dit heeft uiteindelijk geholpen om het gevoel van controle over mezelf terug te krijgen, want dat was ik vrijwel helemaal kwijt.


Ook heb ik een psycholoog geraadpleegd die gespecialiseerd was in alles rondom zwangerschap en geboorte, waaronder een postpartum depressie. Die sessies waren voor mij ijkpunten en een bevestiging dat het langzaam maar zeker beter met mij ging. Door de afspraken met de bedrijfsarts – ik heb in deze periode acht maanden niet gewerkt – zag ik vooruitgang. Het was allemaal nieuw voor mij, want ik was in de jaren daarvoor nooit een dag ziek geweest.


Bijna bijna elke dag van de week had ik wel wat te doen en was ik druk en actief bezig met werken aan mijn herstel. Ik moet wel zeggen dat dit typisch is voor mij: ik ben een bezig bijtje en als er een probleem is, dan duik ik daar graag volledig en met al mijn energie in. Deze aanpak past dus bij mij, maar ik zou het niet iedereen aanraden.

Iets dat ik echt naast me neer heb moeten leggen, waren de goedbedoelde adviezen en reacties van mensen die werkelijk geen idee hadden waar ik doorheen ging. Van het welbekende 'Ach meid, doe het nou even rustig aan, een kind op de wereld zetten is ook niet niks' en het 'De knop moet even om, even doorbijten' tot mensen die echt niet wisten wat ze met me aanmoesten. Soms resulteerde dit in het maar blijven doorratelen over irrelevante zaken, mij proberen op te vrolijken en helaas ook in dat ik niets meer van mensen hoorde. Ik dacht dat het mijn vrienden waren.


Ik denk dat het onderwerp depressie in algemene zin nog zo in de taboesfeer zit dat mensen het soms gewoon eng vinden. Deze ervaring heeft namelijk veel impact op mijn leven. Ik denk meer na over de zin van het leven en vind het belangrijker om iets terug te doen voor de maatschappij in plaats van alleen maar geld te verdienen en carriere te maken. Ook heb ik een boek geschreven over mijn ervaring zodat dit wellicht anderen in een soortgelijke situatie steun kan bieden en te weten dat ze niet alleen zijn. Omdat ik er van overtuigd ben dat als we met z'n allen meer open zijn over depressie en angststoornissen, het collectief lijden van patiënten verminderd wordt en het begrip van anderen groeit, probeer ik rond dit thema zoveel mogelijk bewustzijn te creëren via publicaties, sociale media en op de werkvloer als leidinggevende.


Er komt geen derde kindje, vanwege de kans op een gelijke of nog heftigere ervaring. Ik weet serieus niet of ik dat zou overleven, want ik heb een aantal keren dichtbij zelfmoord gestaan. We hebben twee gezonde kinderen en dat is een hele zegen. Als alternatief hebben mijn man en ik besloten om zes maanden te gaan reizen met onze kinderen. We wonen nu in Australië en zullen over een aantal jaren terugkeren naar Nederland. Tussen deze twee levens in willen we graag een sabattical met ons gezin. Deze tijd is zo belangrijk voor mij, want in beide periodes van de zwangerschapsverlof waar ik had gehoopt om heerlijk te genieten en een band op te bouwen met mijn kinderen, heb ik me zo ontzettend ellendig gevoeld.


Ik wil zo graag - voordat mijn kinderen pubers zijn - nog die 'quality-time' met ze doorbrengen. Dan kan ik voor mezelf deze hele periode goed afsluiten en hebben we als gezin een onvergetelijke ervaring waar we de rest van ons leven met veel plezier op terug kunnen kijken.


Over die hele periode heeft Quintra Rijnders het boek 'Er was eens een zwarte wolk' geschreven.